pianospel
Nederlands
![](../I/m/COLLECTIE_TROPENMUSEUM_Leerlingen_van_de_Eerste_Kweekschool_voor_Fr%C3%B7bel_(kleuter)-onderwijzeressen_krijgen_onderricht_in_batikken_kantklossen_aardrijkskunde_en_de_zorg_voor_baby's_onder_begeleiding_van_pianospel_TMnr_60046363.jpg)
onderwijs op een kweekschool onder begeleiding van pianospel
Woordafbreking
- pi·a·no·spel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van piano zn en spel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pianospel | pianospelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
pianospel o [1]
- het spelen op de piano en de muziek die daardoor ontstaat
- Tussen zijn strakke oefenschema door heeft Ramon van Engelenhoven tijd gemaakt voor een fotoshoot in een Amsterdamse salon in Oud-Zuid. Zelf geregeld, want zo perfectionistisch als hij is in zijn pianospel, zo is hij ook in de voorbereidingen van het interview.[2]
- En dan is er een derde kompaan, die allesbepalend is geweest voor Amsterdam-Paris. En dat is pianist-arrangeur Nico van der Linden. Niet alleen zijn verfijnde pianospel speelt een belangrijke rol; zijn arrangementen spelen zelfs een hoofdrol.[3]
Gangbaarheid
- Het woord pianospel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pianospel' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 06 mrt. 2017
- de Telegraaf BERTJAN TER BRAAK 20 sep. 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.