besmettelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·smet·te·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van besmetten met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen besmettelijkbesmettelijkerbesmettelijkst
verbogen besmettelijkebesmettelijkerebesmettelijkste
partitief besmettelijksbesmettelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

besmettelijk

  1. (medisch) het vermogen hebbend gemakkelijk van persoon op persoon overgedragen te worden
    • Dit is de besmettelijkste vorm van het virus. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord besmettelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.