perskaart

Nederlands

perskaart van de Stijl
Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord perskaart perskaarten
verkleinwoord perskaartje perskaartjes

Zelfstandig naamwoord

perskaart v/m [1]

  1. een officiële, internationaal erkende identiteitskaart die aantoont dat de houder van deze kaart een journalist is
    • Het is een van de laatste pijnlijke voorbeelden van een Polen dat zelf ook al anderhalf jaar in pijn leeft, sinds de verkiezingen van oktober 2015. Sindsdien heeft weinig nog een eigen stem: vierhonderd journalisten verloren hun perskaart, de openbare omroep veranderde van de ene op de andere dag in een propagandakanaal voor de regering, zelfs het Constitutionele Hof – dat als onafhankelijk juridisch orgaan nieuwe wetten aftoetst aan de grondwet – kreeg zijn eigen waakhond. [2] 
    • Een kleine delegatie werd doorgelaten naar de Nationale Assemblee, naast het fort waar de huidige president 35 jaar geleden vijftien mannen liet martelen en executeren. Op vertoon van een oude perskaart glipte ik de Assemblee binnen en luisterde naar de actievoerders, die eisten te mogen demonstreren waar en wanneer zij wilden en dat de benzineprijs weer werd verlaagd. Boven deze gebeurtenissen zweefde als een grote, lege tekstballon het werkelijke probleem – de giftige cocktail van patronagepolitiek en het ontbreken van betrouwbaar leiderschap. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord perskaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard MAANDAG 9 JANUARI 2017
  3. Tubantia Tommy Wieringa 28-04-2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.