persgroep
Nederlands
Woordafbreking
- pers·groep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pers zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | persgroep | persgroepen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
persgroep m/v
- uitgever van meerdere kranten en tijdschriften met zelfstandige redacties
- Zoals iedereen reeds lang weet, gingen de N.V. De Vlijt te Antwerpen en de N.V. De Standaard te Brussel op 2 mei jl. over tot de oprichting van de N.V. Perexma (Persexploitatiemaatschappij) met maatschappelijke zetel te Antwerpen. (…) Tevens werd toen besloten het door De Vlijt uitgegeven ‘Zie Magazine’ in handen te geven van De Standaard. (…) ‘Zie’ mag dus van nu af beschouwd worden als een nieuwe publikatie van de Brusselse persgroep. [1]
Gangbaarheid
- Het woord persgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Welter, H. "Dagbladkoncentratie in Vlaanderen!" in: Neerlandia. jrg 73 nr. 13 (januari 1970); p. 5; geraadpleegd 2018-10-30
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.