perenhout
Nederlands
Woordafbreking
- pe·ren·hout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van peer zn en hout zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | perenhout | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
perenhout o [1]
- een bijproduct van de perenboom, omdat de boom geteeld wordt voor de peren
- ,,Stof dus die (...) een klassieke uitstraling heeft. De ronde voet is gemaakt van perenhout en de mast van gepareld roestvrij staal", meldt de website van de Tweede Kamer. [2]
- Zoals het nieuwe ‘koksmes’ de Lignum 3 van carbonstaal met, zegt de catalogus, minstens 1 procent koolstof. Het ogenschijnlijk doodgewone mes met perenhouten handvat kost bijna 100 euro maar is puur handwerk. Het heeft een hardheid die wordt uitgedrukt in het geheimzinnige HRC 60. [3]
Gangbaarheid
- Het woord perenhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'perenhout' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 29-05-18 Kaasvlaggetje Tweede Kamer maakt plaats voor driekleur met 'grandeur'
- NRC Wouter Klootwijk 26 september 2008 Giselheid uit Solingen verkoopt haar messen aan Japan
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.