peen
Nederlands
Woordafbreking
- peen
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘wortel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1514 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peen | penen |
verkleinwoord | peentje | peentjes |
Verwante begrippen
- gekweekte peen, grove peen, wilde peen
Hyponiemen
- bospeen, breekpeen, koepeen, waspeen, winterpeen
Afgeleide begrippen
- peengras, peenhaar
Gangbaarheid
- Het woord peen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'peen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.