patrijspoort

Nederlands

gezicht op Curaçao door een patrijspoort
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·trijs·poort
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patrijspoort patrijspoorten
verkleinwoord patrijspoortje patrijspoortjes

Zelfstandig naamwoord

patrijspoort v/m [3]

  1. klein rond raam in een scheepswand dat waterdicht kan worden afgesloten
    • In de vertrekhal vreesde ik de sfeer van een pannenkoekenboot, met liedjes en wafels onderweg. Tot ik de Viking Grace zag. Nog nooit had ik zo’n groot schip gezien, twaalf dekken, 218 meter lang! Mijn kajuit had niet het piepgaatje van een patrijspoort, maar een groot raam om in stijl uit te kijken naar Åland, mijn koninkrijk. [4] 
    • Nachts wakker geworden met een droge mond nam hij een slok water, gooide het glas walgend uit de patrijspoort, waarna het in het ochtendlicht duidelijk werd dat het het kunstgebit van zijn kajuitgenoot bevat had, een politicus die in Indië toespraken moest houden. [5] 
Synoniemen
  • scheepsraam
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord patrijspoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    98 %van de Nederlanders;
    96 %van de Vlamingen.

    Meer informatie

    Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.