patrijspoort
Nederlands
Woordafbreking
- pa·trijs·poort
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘raam op schip’ voor het eerst aangetroffen in 1863 [1]
- samenstelling van patrijs zn en poort zn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patrijspoort | patrijspoorten |
verkleinwoord | patrijspoortje | patrijspoortjes |
Zelfstandig naamwoord
patrijspoort v/m [3]
- klein rond raam in een scheepswand dat waterdicht kan worden afgesloten
- In de vertrekhal vreesde ik de sfeer van een pannenkoekenboot, met liedjes en wafels onderweg. Tot ik de Viking Grace zag. Nog nooit had ik zo’n groot schip gezien, twaalf dekken, 218 meter lang! Mijn kajuit had niet het piepgaatje van een patrijspoort, maar een groot raam om in stijl uit te kijken naar Åland, mijn koninkrijk. [4]
- Nachts wakker geworden met een droge mond nam hij een slok water, gooide het glas walgend uit de patrijspoort, waarna het in het ochtendlicht duidelijk werd dat het het kunstgebit van zijn kajuitgenoot bevat had, een politicus die in Indië toespraken moest houden. [5]
Synoniemen
- scheepsraam
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord patrijspoort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'patrijspoort' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "patrijspoort" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- patrijspoort op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 04 FEBRUARI 2017 An Olaerts
- Volkskrant 22 november 2013
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.