pasfoto

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pas·fo·to
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pasfoto pasfoto's
verkleinwoord pasfotootje pasfotootjes

Zelfstandig naamwoord

pasfoto v / m

  1. klein fotootje nodig voor een legitimatiebewijs
Afgeleide begrippen
  • pasfotoregistratie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pasfoto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.