partydrug
Nederlands
Woordafbreking
- par·ty·drug
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘op dansfeesten gebruikte drug’ voor het eerst aangetroffen in 1999 [1]
- samenstelling van party en drug [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | partydrug | partydrugs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
partydrug m
- op dansfeesten en houseparty's gebruikte drug die een langdurige prettige stemming veroorzaakt
- Partydrugs worden steeds zwaarder en vaker gebruikt [3]
Gangbaarheid
- Het woord partydrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'partydrug' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.