partnerkerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  partnerkerk    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈpɑrt.nərˌkɛrk/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈpɑrt.nərˌkɛrk/
Woordafbreking
  • part·ner·kerk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord partnerkerk partnerkerken
verkleinwoord partnerkerkje partnerkerkjes

Zelfstandig naamwoord

partnerkerk v/m

  1. (religie) kerk binnen een samenwerkingsverband van kerken
    • Zij zijn een nieuwe samenwerking begonnen met een partnerkerk in het naburige dorp. 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'partnerkerk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.