partieel
Nederlands
Woordafbreking
- par·ti·eel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gedeeltelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1819 [1]
- afgeleid van part met het achtervoegsel -eel [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | partieel | partiëler | partieelst |
verbogen | partiële | partiëlere | partieelste |
partitief | partieels | partiëlers | - |
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord partieel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'partieel' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.