paring

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van paren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord paring paringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

paring v [1]

  1. (seksualiteit) geslachtsdaad
  2. het in paren bijeenbrengen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.