paren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ren

Zelfstandig naamwoord

paren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord paar

Gangbaarheid

  • Het woord paren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
parar

paren

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parar
vervoeging van
parir

paren

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van parir
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.