parenthese

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ren·the·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tussenzin’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afkomstig van het Franse parenthèse [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord parenthese parenthesen
parentheses
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

parenthese v [3]

  1. (taalkunde) tussenzin buiten syntactisch verband
  2. rond haakje
    • de parentheses ( en ) zijn verwant aan de vierkante teksthaakjes [ en ] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord parenthese staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.