paracetamol

paracetamol

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·ce·ta·mol
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘koortswerend middel’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
  • afgeleid van acet(yl)am(inophen)ol met het voorvoegsel para- [2]
1 enkelvoud meervoud
naamwoord paracetamol -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord paracetamol paracetamols
verkleinwoord paracetamolletje paracetamolletjes

Zelfstandig naamwoord

paracetamol m

  1. (farmacologie) een veelgebruikt koorts- en pijnwerend middel
  2. (medisch) een pilletje met dit middel in
    • Neem toch een paracetamolletje als je hoofdpijn hebt! 
Synoniemen
  • IUPAC-naam: N-(4-hydroxyfenyl)acetamide.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paracetamol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • pa·ra·ce·ta·mol
enkelvoud meervoud
paracetamol paracetamoles

Zelfstandig naamwoord

paracetamol m

  1. (medisch), (farmacologie) paracetamol

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.