paneel
Nederlands
Woordafbreking
- pa·neel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paneel | panelen |
verkleinwoord | paneeltje | paneeltjes |
Zelfstandig naamwoord
paneel o
- (rechthoekige) vlakke plaat met of zonder een omlijsting
- (kunst) rechthoekig (beschilderd) stuk hout
- Een altaarstuk heeft meestal een paneel
- bedieningsbord, instrumentenbord
Hyponiemen
- bedieningspaneel, briefpaneel, controlepaneel, frontpaneel, informatiepaneel, instrumentenpaneel, mengpaneel, schakelpaneel, wandpaneel, zijpaneel, zonnepaneel
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord paneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'paneel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.