paneel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  paneel    (hulp, bestand)
  • IPA: /paˈnel/
Woordafbreking
  • pa·neel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beschot’ voor het eerst aangetroffen in 1280 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paneel panelen
verkleinwoord paneeltje paneeltjes

Zelfstandig naamwoord

paneel o

  1. (rechthoekige) vlakke plaat met of zonder een omlijsting
  2. (kunst) rechthoekig (beschilderd) stuk hout
    • Een altaarstuk heeft meestal een paneel 
  1. bedieningsbord, instrumentenbord
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord paneel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.