panel
Nederlands
Woordafbreking
- pa·nel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘groep die discussie leidt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | panel | panels |
verkleinwoord | paneltje | paneltjes |
Zelfstandig naamwoord
panel o
- vaste groep van langdurig deelnemende personen (vaak als steekproef) voor een onderzoek
Gangbaarheid
- Het woord panel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'panel' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.