panel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·nel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘groep die discussie leidt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord panel panels
verkleinwoord paneltje paneltjes

Zelfstandig naamwoord

panel o

  1. vaste groep van langdurig deelnemende personen (vaak als steekproef) voor een onderzoek
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord panel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.