pal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vast’ voor het eerst aangetroffen in 1611 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pal pallen
verkleinwoord palletje palletjes

Zelfstandig naamwoord

pal m [3]

  1. een onderdeel van een mechanisme om terugdraaien te beletten, stuitpin
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Bijwoord

pal [4]

  1. onbeweeglijk

Gangbaarheid

  • Het woord pal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Zelfstandig naamwoord

pal m

  1. (heraldiek) paal m
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.