pakbon
![](../I/m/Quelle_Lieferschein_1978.jpg)
1. Een pakbon van een Duits verzendhuis.
Nederlands
Woordafbreking
- pak·bon
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pak zn en bon zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pakbon | pakbonnen pakbons |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
pakbon m
- document dat met een zending wordt meegestuurd en aangeeft waaruit die bestaat
- De Universiteit Wageningen stuurt mij per e-mail een inkooporderformulier met de volgende bestelling:
Artikelnaam/omschrijving: gastdocent LAR 26309, 80×€55,00
Aantal: 1
Prijs per eenheid: 4400,00 EUR
Afleveradres: Wageningen UR, ESG, Gebouw 101, Goederenontvangst DOW.
* inkoopordernummer op zowel pakbon als factuur vermelden.
Zou dit het beloofde contract zijn voor mijn gastdocentschap bij de afdeling Landschapsarchitectuur? [1]
- De Universiteit Wageningen stuurt mij per e-mail een inkooporderformulier met de volgende bestelling:
- (bij producten die verpakt verhandeld worden) papiertje met informatie waar, wanneer of door wie een product is ingepakt
Gangbaarheid
- Het woord pakbon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'pakbon' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.