pacificateur

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ci·fi·ca·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pacificateur pacificateurs
verkleinwoord pacificateurtje pacificateurtjes

Zelfstandig naamwoord

pacificateur m

  1. (beroep) iemand die pacificeert, een vredestichter

Gangbaarheid
  • Het woord 'pacificateur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen
  1. pacificateur op website: Etymologiebank.nl
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.