overtocht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord overtocht overtochten
verkleinwoord overtochtje overtochtjes

Zelfstandig naamwoord

overtocht m

  1. een reis over het water om van het ene stuk land naar het andere stuk land te gaan om daarna de reis over land weer voort te kunnen zetten
    • Het aantal mensen dat op een afschuwelijke manier verdrinkt bij geïmproviseerde overtochten tussen Turkije en Griekenland en het aantal asielzoekers dat naar Europa komt, is hierdoor substantieel gedaald. [1] 
Synoniemen
  1. oversteek, overvaart

Gangbaarheid

  • Het woord overtocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Troonrede 2016

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.