overkomen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overkómen (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈkomə(n) /
- Geluid: óverkomen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈovərˌkomə(n) /
Woordafbreking
- over·ko·men
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van overkomen: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overkomen |
overkwam |
overkomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
(niet scheidbaar)
overkómen
- ergatief aan iemand iets ~: getroffen worden door een bepaalde gebeurtenis.
- Hem overkwam een vreselijk ongeluk.
Vertalingen
onscheidbaar 1. getroffen worden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
overkomen |
kwam over |
overgekomen |
klasse 4 | volledig |
Werkwoord
(scheidbaar)
óverkomen
- ergatief de andere kant bereiken.
- Het onweer is de rivier overgekomen.
- ergatief meest onbedoeld een bepaalde indruk wekken op iemand anders.
- Dat kwam over als een hatelijke opmerking.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord overkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'overkomen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.