ordovicium

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • or·do·vi·ci·um
Woordherkomst en -opbouw
  • van Engels Ordovician, naam voorgesteld in 1879 door de Engelse geoloog C. Lapworth; afgeleid van Latijn Ordovices met het achtervoegsel -ium, naar het laatste Keltische volk dat in Wales leefde;[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ordovicium -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ordovicium o

  1. (geologie) geologisch tijdperk waarin de eerste ontwikkelde levensvormen op land zijn aangetoond, tweede periode van het era paleozoïcum; van 485 tot 444 miljoen jaar geleden
    • Deze zee-egels dateren uit het ordovicium van zo'n 450 miljoen jaar geleden, toen Drenthe, nog deel uitmaakte van het Zechsteinsee. [2]
Schrijfwijzen
  • Vóór 2006 was de spelling Ordovicium. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.
Hyperoniemen
Hyponiemen
  • laatordovicium
  • middenordovicium
  • vroegordovicium
Verwante begrippen
Vertalingen

Verwijzingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord ordovicium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.