oratorio

Nederlands

1. uitgebreid muziekwerk met koor, zangers en orkest
Uitspraak
  • Geluid:  oratorio    (hulp, bestand)
  • IPA: /oraˈtorijo/
Woordafbreking
  • ora·to·rio
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oratorio oratorio's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

oratorio o

  1. (muziek) (klassiek) uitgebreid muziekwerk met koor, zangers en orkest over een onderwerp
    • Teirlinck wordt in 1927 aangesproken voor een theaterlaboratorium van hetzelfde instituut. Parallel met de experimenten van het Bauhaus werkt hij er aan gelijkaardige projecten, bij voorbeeld i.v.m. de deformatie van het menselijke lichaam - i.c. van de acteur - wat in 1927-'28 uiteindelijk leidt tot de voorstelling van Ave, een zogeheten oratorio in twee delen, een lofzang op de moeder als bron van alle leven en als oerkracht die het leven naar haar hand zet. [2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord oratorio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
43 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • o·ra·to·rio
enkelvoud meervoud
oratorio oratorios

Zelfstandig naamwoord

oratorio m

  1. (muziek) oratorium

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.