oratorio
Nederlands
![](../I/m/OSQ_in_Concert_-_Spring_2010.jpg)
1. uitgebreid muziekwerk met koor, zangers en orkest
Woordafbreking
- ora·to·rio
Zelfstandig naamwoord
oratorio o
- (muziek) (klassiek) uitgebreid muziekwerk met koor, zangers en orkest over een onderwerp
- Teirlinck wordt in 1927 aangesproken voor een theaterlaboratorium van hetzelfde instituut. Parallel met de experimenten van het Bauhaus werkt hij er aan gelijkaardige projecten, bij voorbeeld i.v.m. de deformatie van het menselijke lichaam - i.c. van de acteur - wat in 1927-'28 uiteindelijk leidt tot de voorstelling van Ave, een zogeheten oratorio in twee delen, een lofzang op de moeder als bron van alle leven en als oerkracht die het leven naar haar hand zet. [2]
Gangbaarheid
- Het woord oratorio staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oratorio' herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
48 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Spaans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Verwijzingen
- oratorio in: Diccionario de la lengua española op de website van de Real Academia Española
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.