opzien

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·zien
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opzien
zag op
opgezien
klasse 5

onregelmatig

volledig

Werkwoord

opzien

  1. inergatief ~ naar: in hoog aanzien hebben, van hogere status achten
    • Hij heeft altijd opgezien naar zijn oudere broer. 
  1. inergatief ~ tegen: iets met angst en vrees bekijken
    • Hij heeft ontzettend opgezien tegen die operatie. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.