opzichtig
Nederlands
Woordafbreking
- op·zich·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | opzichtig | opzichtiger | opzichtigst |
verbogen | opzichtige | opzichtigere | opzichtigste |
partitief | opzichtigs | opzichtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
opzichtig
- bedoeld om in het oog te vallen, vaak op banale wijze
- Ze draagt soms de opzichtigste kleren.
Vertalingen
1. bedoeld om in het oog te vallen, vaak op banale wijze
Gangbaarheid
- Het woord opzichtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opzichtig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.