opzagen
Nederlands
Woordafbreking
- op·za·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en zagen [1]
Werkwoord
opzagen
- overgankelijk zolang zagen tot alles op is
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opzien |
opzagen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van opzien
- ...dat wij opzagen.
- ...dat jullie opzagen.
- ...dat zij opzagen.
- ...dat wij opzagen.
Gangbaarheid
- Het woord opzagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.