opvolger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·vol·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opvolgen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord opvolger opvolgers
verkleinwoord opvolgertje opvolgertjes

Zelfstandig naamwoord

opvolger m

  1. iemand die een ambt bekleedt na iemand anders.
  2. iets of iemand wat komt na een eerdere.
    • Die versneller moet de opvolgerworden van de Large Hadron Collider (LHC), die na aanpassingen overigens nog tot 2040 metingen kan verrichten. De LHC is het pronkstuk van de huidige deeltjesfysica, de natuurkundetak die het tot zijn missie maakt om de allerkleinste bouwsteentjes te vinden waarvan alles om ons heen is gemaakt. [1] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opvolger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.