opschorsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·schor·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opschorsen
schorste op
opgeschorst
zwak -t volledig

Werkwoord

opschorsen [1]

  1. opschorten

Gangbaarheid

  • Het woord opschorsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.