opruiming

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·rui·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opruimen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord opruiming opruimingen
verkleinwoord opruiminkje opruiminkjes

Zelfstandig naamwoord

opruiming v

  1. (handel) periode dat een winkel zijn oude voorraden met korting verkoopt
    • Tijdens op opruiming moet de klant goed opletten. Hoe langer hij wacht met kopen hoe meer korting, maar ook hoe meer kans dat het gewenste product is uitverkocht. 
Synoniemen
  1. uitverkoop, solden, koopjes, sale
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • opruimingscommando, opruimingsdienst, opruimingskosten, opruimingsploeg, opruimingsprijs, opruimingsuitverkoop, opruimingswerk, opruimingswerkzaamheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opruiming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.