opproppen
Nederlands
Woordafbreking
- op·prop·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van op en proppen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opproppen |
propte opeen |
opeengepropt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
opproppen
- met (te) veel kracht iets of iemand ergens instoppen
- De vluchtelingen zaten opgepropt in de veel te kleine boot.
Gangbaarheid
- Het woord opproppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'opproppen' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.