opkomst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • opĀ·komst
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van opkomen met het achtervoegsel -st
enkelvoud meervoud
naamwoord opkomst opkomsten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

opkomst v

  1. (geschiedenis) de toename in belang van een staat, stand, technologie of organisatie
    • De opkomst van de burgerij was met name in de Vlaamse steden van groot politiek belang. 
  1. (politiek) de mate waarin de kiesgerechtigden gebruik maken van hun stemrecht in een verkiezing
    • De opkomst was bedenkelijk laag bij deze verkiezingen. 
  1. (astronomie) het boven de horizon verschijnen van een hemellichaam
    • De opkomst van de zon is vandaag om 5u 13. 
  1. (scouting) een periodieke bijeenkomst van een scoutinggroep
    • De opkomst van deze week heeft als thema routetechnieken. 
Hyponiemen
  • publieksopkomst
Afgeleide begrippen
  • opkomstbureau, opkomstcijfers, opkomstdrempel, opkomstpercentage, opkomstplicht, opkomsttijd
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opkomst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.