onverholen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·ver·ho·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘niet verborgen’ voor het eerst aangetroffen in 1350 [1]
  • Afgeleid van verholen met het voorvoegsel on- [2]
stellend
onverbogen onverholen
verbogen
partitief onverholens

Bijvoeglijk naamwoord

onverholen [3]

  1. geen moeite nemend iets te verhelen, openlijk
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onverholen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.