opdoen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opdoen
deed op
opgedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

opdoen

  1. overgankelijk op de huid aanbrengen
    • Ze moest haar make-up nog opdoen voordat ze naar buiten ging. 
  1. overgankelijk verkrijgen
Uitdrukkingen en gezegden
  • ervaring opdoen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord opdoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.