opbranden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • op·bran·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
opbranden
brandde op
opgebrand
zwak -d volledig

Werkwoord

opbranden

  1. ergatief branden tot er geen brandstof rest
    • De kaars was nog niet helemaal opgebrand. 

Gangbaarheid

  • Het woord opbranden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.