brandde op
Nederlands
Woordafbreking
- brand·de op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opbranden |
brandde op
- enkelvoud verleden tijd van opbranden
- Ik brandde op.
- Jij brandde op.
- Hij, zij, het brandde op.
- Ik brandde op.
Gangbaarheid
- Het woord brandde op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.