oorpijn
Nederlands
Woordafbreking
- oor·pijn
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oor en pijn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | oorpijn | oorpijnen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oorpijn v/m [1]
- pijn in het oor
- Het kindje huilde, had koorts en oorpijn, dus alles wees op een middenoorontsteking.
Gangbaarheid
- Het woord oorpijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oorpijn' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.