oorlogsmasker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oor·logs·mas·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogsmasker oorlogsmaskers
verkleinwoord oorlogsmaskertje oorlogsmaskertjes

Zelfstandig naamwoord

oorlogsmasker o

  1. een masker die de oorlog uitbeeldt

Gangbaarheid

  • Het woord 'oorlogsmasker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.