oogvocht
Nederlands
Woordafbreking
- oog·vocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oog en vocht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oogvocht | oogvochten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
oogvocht o [1]
- vocht dat aan de buitenkant van het oog zit
- Googles zusterbedrijf Verily werkt samen met Novartis om een slimme contactlens te ontwikkelen die bloedsuiker meet in het oogvocht van diabetespatiënten. Zo’n lens zou in de plaats kunnen komen van andere manieren om bloedsuikers te meten, bijvoorbeeld van de bloedprikken die nu gebruikelijk zijn.[2]
- vocht dat inwendig in het oog zit het kamervocht
Gangbaarheid
- Het woord oogvocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'oogvocht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.