oogletsel

Nederlands

oogletsel
Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·let·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogletsel oogletsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

oogletsel o

  1. (medisch) beschadiging van het ook door een uitwendige chemische of fysieke factor
    • Net als in eerdere jaren werden de meeste mensen voor brandwonden behandeld (36 procent) en oogletsel (27 procent). Bijna de helft van alle vuurwerkslachtoffers was jonger dan twintig jaar.[1] 
    • De politie meldt dat het slachtoffer met oogletsel en verwonding aan zijn hand naar Het Oogziekenhuis Rotterdam is gebracht. Het incident had plaats aan de Havikstraat.[2] 
    • Het ging om een helikopter van de politie die opnamen maakte van rellen tijdens een demonstratie van linkse groepen. De veroordeelde man richtte de pen op de heli om te voorkomen dat de politie die opnamen kon maken. De rechter oordeelde dat de man wist dat hij oogletsel aan de inzittenden kon toebrengen en dat het gevaar bestond dat de helikopter zou neerstorten.[3] 
Synoniemen
  • oogbeschadiging, oogtrauma
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oogletsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 04 jan. 2018
  2. de Telegraaf 02 jan. 2018
  3. de Telegraaf 18 okt. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.