oogkleur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oog·kleur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oogkleur oogkleuren
verkleinwoord oogkleurtje oogkleurtjes

Zelfstandig naamwoord

oogkleur v / m

  1. de kleur die de iris van de ogen van een individu hebben

Gangbaarheid

  • Het woord oogkleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.