ontmannen
Nederlands
Woordafbreking
- ont·man·nen
Werkwoord
ontmannen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontmannen |
ontmande |
ontmand |
zwak -d | volledig |
- door te castreren of het amputeren van de penis, iemand ontdoen van zijn mannelijkheid
- In de omgeving staat de rotsformatie bekend als de Trollpikken, in het Nederlands 'de penis van de trol'. Het ontmannen van de Troll vond plaats op een moment dat de plaatselijke bevolking van Egersund van plan was, de speciale rotsformatie nog meer toeristisch te vermarkten door het aanleggen van een speciaal pas, een parkeerplaats en informatieve borden. [2]
- van iets of iemand de kracht afnemen
- Een temperatuurdaling van een paar graden in een gebied van honderd vierkante kilometer is al genoeg om een orkaan te ontmannen. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ontmannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontmannen' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 26/06/2017
- Volkskrant Bard van de Weijer 17 november 2013,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.