ontbijten
Nederlands
Woordafbreking
- ont·bij·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘ochtendmaal eten’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- Afgeleid van bijten met het voorvoegsel ont-.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontbijten |
ontbeet |
ontbeten |
klasse 1 | volledig |
Werkwoord
ontbijten
- inergatief de eerste maaltijd van de dag nuttigen
Synoniemen
- ochtendmalen, morgenmalen
- (verouderd) vroegkosten, vroegmalen, vroegschaffen, vroegsoppen, vroegstukken
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ontbijten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ontbijten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.