onsportief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·spor·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onsportiefonsportieveronsportiefst
verbogen onsportieveonsportievereonsportiefste
partitief onsportiefsonsportievers-

Bijvoeglijk naamwoord

onsportief [1]

  1. van een persoon dat deze zich niet houdt aan de regels van een goed sporter
    • "Ik neem het niet persoonlijk op, maar ik vind het wel ontzettend onsportief. De organisatie wil dat er iets gebeurt, wat het ook is. Ze willen dat je verdwaald kunt raken. Voor mij heeft dit niets met sport te maken.[2] 
    • Dartsbond PDC, organisator van het WK, deelt regelmatig boetes uit voor ongewenst of onsportief gedrag op het podium. Taylor zal zich daar overigens vermoedelijk niet al te druk om maken. "Ik ga nog steeds een fortuin verdienen", zei de afscheid nemende 16-voudig wereldkampioen na zijn 7-2 nederlaag.[3] 
    • „De Stichting X. is ooit opgericht om onsportief gedrag op en rond het veld tegen te gaan. Uiteindelijk is hier helaas niets mee gedaan en is de stichting slapende. Er is geen administratie, geen bankrekening, geen vergaderverslagen, geen boekhouding, helemaal niets, behalve de naam.” Dat schrijft Mueller in een verklaring.[4] 
  1. van een persoon dat deze weinig aan sport doet
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onsportief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 06 jan. 2018
  3. de Telegraaf 02 jan. 2018
  4. de Telegraaf 25 aug. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.