onophoudelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·op·hou·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van ophouden met het voorvoegsel on- en met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onophoudelijkonophoudelijkeronophoudelijkst
verbogen onophoudelijkeonophoudelijkereonophoudelijkste
partitief onophoudelijksonophoudelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

onophoudelijk

  1. zonder stoppen
    • Haar onophoudelijke zeuren bracht iedereen tot wanhoop. 
Vertalingen

Bijwoord

onophoudelijk

  1. zonder te stoppen, als maar doorgaand
    • Het bleef, naar ons gevoel, de hele zomer onophoudelijk door regenen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onophoudelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.