onomatopee

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ono·ma·to·pee
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘klanknabootsend woord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord onomatopee onomatopeeën
verkleinwoord onomatopeetje onomatopeetjes

Zelfstandig naamwoord

onomatopee v

  1. (taalkunde) een door klanknabootsing gevormd woord
    • Koekoek is een onomatopee. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onomatopee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.