onecht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·echt
Woordherkomst en -opbouw
  • antoniem van echt met het voorvoegsel on-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onechtonechteronechtst
verbogen onechteonechtereonechtste
partitief onechtsonechters-

Bijvoeglijk naamwoord

onecht [1]

  1. niet echt, verzonnen, doen alsof, vervalst
    • Dat zijn onechte diamanten. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
  • onechtheid
Vertalingen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onecht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

onecht m [3]

  1. (verouderd) buitenechtelijke gemeenschap

Gangbaarheid

  • Het woord onecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.