onderschatten
Nederlands
Woordafbreking
- on·der·schat·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van onder bw en schatten ww
| stamtijd | ||
|---|---|---|
| onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
| onderschatten |
onderschatte |
onderschat |
| zwak -t | volledig | |
Werkwoord
onderschatten
- overgankelijk iets kleiner of van kleiner belang inschatten dan het in werkelijkheid blijkt
- Zij hadden de professor die zich voor de schoolraad kandidaat gesteld had onderschat en hij won zijn district 5 met gemak.
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| onderschatten |
onderschatten
- meervoud verleden tijd van onderschatten
- Wij onderschatten.
- Jullie onderschatten.
- Zij onderschatten.
- Wij onderschatten.
Gangbaarheid
- Het woord onderschatten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'onderschatten' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.