onbezwaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·zwaard
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbezwaardonbezwaarderonbezwaardst
verbogen onbezwaardeonbezwaardereonbezwaardste
partitief onbezwaardsonbezwaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

onbezwaard [1]

  1. van bezittingen: zonder schulden, lasten of hypotheken
    • Uw onbezwaarde huis, mits het uw hoofdwoning is, blijft in box 1 en daar geldt niet de 1,2 procent vermogensrendementsheffing van box 3. De vermogensbelasting bestaat sinds 1 januari 2001 niet meer. Door de aflossing, mits uw huis niet op erfpachtgrond staat, hoeft u vanaf 1 januari 2005 het eigenwoningforfait niet meer (of voor een deel) bij uw inkomen te tellen. [2] 
  1. vrij van zorgen en schuldgevoelens
    • Ah, het genot van de jacht. Sluipen, sporen zoeken, uren op de loer liggen aan de rand van het bos. En dan, wanneer de prooi niets­vermoedend in beeld komt: een shot gelukshormoon, een snelle foto. Jagen zonder schieten is het nieuwe fietsen zonder handen: zelden voelt een mens zich zo onbezwaard. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onbezwaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Adriaan Hiele 13 november 2004
  3. de Standaard ZATERDAG 26 AUGUSTUS 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.