onbezonnene
Nederlands
Woordafbreking
- on·be·zon·ne·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van bezonnen, voltooid deelwoord van bezinnen met het voorvoegsel on- met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onbezonnene | onbezonnenen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
onbezonnene
- persoon die onbezonnen te werk gaat
Gangbaarheid
- Het woord 'onbezonnene' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.